Inhoudsopgave |
---|
Leren van de geschiedenis |
Wat is belangrijk? |
Zelfverloochening, subjectivisme en de bijbel kent maar 1 kerk |
Dynamisch spreken over de kerk |
Achterblijvers na de vereniging |
Alle pagina's |
Zelfverloochening noodzaak
Het reinigingsproces dat naar de kerkelijke eenheid leidt, kan behoorlijk snijden in eigen vlees. In eigen cultuur, in eigen verworvenheden. Je voelt je zo lekker thuis in je eigen kerk. Je weet hoe de dingen daar gaan. Er zijn de vertrouwde gezichten. Je voelt elkaar aan. Je kent er de sfeer, je beheerst de taal, het eigen jargon. Ons kent ons. Je voelt je er happy bij.
Wat haal je op je hals als je opeens één kerk wordt met die andere kerkengroep? Don't worry, be happy! Het oude vertrouwde ben je dan wel opeens kwijt.
Zul je je dan nog wel thuis voelen?
Ik wijs maar weer op de Schrift. Als we niet de wijheid van God ter harte nemen, wordt het nooit wat. Als we niet in deze spiegel kritish naar onszelf kijken, lukt het nooit met de kerkelijke eenheid.
Fil 2:1-4 lijkt me hier van direct belang. (1. p. 62)
Subjectivisme ondergraaft de kerkelijke eenheid
Ook subjectivisme ondergraaft de kerkelijke eenheid.
Je hebt genoeg aan jezelf en aan je eigen vroomheid. Als het tussen jou en de Here maar goed is. En de kerk is toeleveringsvoorziening voor jouw godsdienstig welbevinden.
In die genadewinkel haal jij je geestelijk voedsel. De kerk is er voor de gelovigen en hun persoonlijk geloofsleven. Wat de Here geeft wordt via de kerk als doorgeefluik aangepakt als persoonlijk relatiegeschenk.
Als het zo staat, komt de kerk op het tweede plan. Eerst kom ik met mijn geloof en geloofsbeleving. Daarna de kerk. Dan is de drang tot kerkelijke eenheid minder dringend. Er wordt immers voorzien in je geestelijke behoeften.
In de kerk waar je je thuis voelt.
Wat wil je dan nog meer?
Waarom dan een hoop trammelant overhoop halen?
(1. p. 63, 64)
ÉÉN KERK: norm EN opdracht!
De christelijke gereformeerde dogmaticus dr. J. van Genderen zegt in de voornamelijk door hem geschreven Beknopte Gereformeerde Dogmatiek (Kampen, 1992) op bladzijde 643 het volgende:
"Wij gaan in de leer van de kerk echter niet uit van wat wij om ons heen zien, al mogen wij daar onze ogen niet voor sluiten. Wij vragen steeds weer, wat wij in het geloof van de kerk kunnen zeggen.
Het eerste is dan niet, dat zij één behoort te zijn, maar dat zij één is. Het is aan de kerk eigen om één te zijn.
(...)
Men kan dit een geestelijke eenheid noemen, als men er maar niet mee bedoelt, dat de eenheid niet zichtbaar is. De eenheid van de kerk moet zelfs voor ieder zichtbaar zijn." (1. p. 64)
De eenheid in de Geest behoort uit te komen in het zich voegen bij en samenkomen in de kerk. Dan zegt Van Genderen: "Wat wel een belemmering is voor het streven naar kerkelijke eenheid, is de mening, dat het bij een geestelijke eenheid van de gelovigen blijven kan. (....) Maar een geestelijke eenheid moet niet slechts in persoonlijke contacten en in bijeenkomsten van gelijkgezinden zichtbaar worden. Zij moet juiste in het kerkelijk leven gestalte krijgen. Het gaat er om dat de wereld erkent, dat de Vader Christus gezonden heeft (Joh. 17:23). Het is zoals Schilder het eens onder woorden bracht: 'Geestelijke eenheid gaat wel voorop, maar moet dan ook dringen tot institutaire'. De verscheidenheid die er in de kerken is, is niet met de bijbelse eenheid in strijd, maar de kerkelijke verdeeldheid wel."
Dat is de Schrift naspreken. En zulk spreken opent perspectief. We moeten niet vanuit de feiten (de verdeeldheid) naar de norm kijken en de haalbaarheid van de norm ter discussie stellen vanwege de weerbarstige feiten, maar vanuit de beschamende feiten de verwezenlijking van de norm ernstig zoeken.
Dit norm is: één kerk.
De bijbel kent maar één kerk.
Dat bepaalt ons denken en doen.
Dat moet brengen tot berouw en bekering. (1. p. 65)
Kerkelijke verdeeldheid is Christus neerhalen
Leven in kerkelijke verdeeldheid, niet samen aan één tafel het heil vieren, wel ieder voor zich kerk van Christus willen zijn, dat is: Christus in driehoeksverhoudingen willen verwikkelen. Laat deze wat provocerende uitspraak als hartekreet mogen overkomen: kerkelijke verdeeldheid is een ernstig kwaad, het is Christus neerhalen. (1. p. 66)
< Vorige |
---|